vrijdag 6 augustus 2010

wespen

Een buitenproportionele bokaal van glas, een lonkende geometrische diepte lag onder hem. Jules stond op de rand van de afgrond en zijn blik gleed langs de gladde, doorzichtige wand omlaag, om tot rust te komen op de gouden flonkering op de bodem. Als een magneet trok de glans van het onbekende hem naar de bodem, waar de schat hem wachtte. Hij gleed, omgeven door licht en transparantie, in een soepele beweging omlaag en landde zachtjes op de bodem, die geheel bedekt was met goud in zijn meest pure vorm. Een onverwachte verduistering volgde op de vreugde die hem ten deel viel bij het aanschouwen van het gouden licht. In een plotse paniek wierp hij een blik omhoog. De cirkelvormige opening waar hij door was afgedaald, bleek op onverklaarbare wijze afgesloten. Het paradijs dat hij was binnen getreden, was verworden tot een hel waaruit geen ontsnapping mogelijk bleek. Jules trachtte wanhopig langs de gladde wand omhoog te klimmen, maar gleed telkens terug op de bodem, omdat zijn handen en voeten geen grip kregen op het dikke glas van de wand. De ruimte kantelde, hij tuimelde omlaag en kwam op zijn rug terecht en terwijl hij zich probeerde om te draaien, begon alles om hem heen te schudden en te draaien. Zonder zich te kunnen verzetten, gleed hij met grote snelheid tegen de afsluiting om daarna, met een doordringende pijn in zijn hoofd en armen, naar de bodem te zakken. Zijn hoofd raakte in de val het harde oppervlak en hij hoorde zijn nekwervels breken toen hij met zijn volle gewicht tegen het dikke glas sloeg. Achterover rollend in de schommelende ruimte, voelde hij hoe zijn machteloze armen in een wild zwaaiende beweging onder zijn eigen gewicht knapten. Hij spuugde bloed en kots uit zijn mond waaruit geen pijnkreet meer ontsnapte en zijn rechter been, dat wel gekneusd, maar niet verbrijzeld was, trok nog toen hij in opgerolde toestand naar zijn laatste adem hapte in de bedompte cilinder van glas. Het laatste dat hij zag, voordat hij werkelijk verlost werd van de ondraaglijke pijnen die zijn lichaam teisterden, was de enorme glimlach op het archaïsche gezicht dat zich in fel geel-zwart boven zijn hoofd aftekende. 'Wespen' dacht hij en stierf.

3 opmerkingen:

  1. Surrealistisch en in een bijzonder taalgebruik!
    Lijkt überhaupt niet te vergelijken met iets dat ik al ken.
    Jee, iets nieuws!

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ja, mooi verhaal dit ook! Ik onderging het zowat, dat afschuwelijke vallen. Misschien is er ook een mooi nieuw woord te bedenken voor dit genre?
    Viel me nog op, om met slakken en zout aan te komen, dat twee keer "plotse" achter elkaar voorkomt. Eerst: "Een plotse verduistering volgde", en volgende zin: "In een plotse paniek" . Zou ik misschien van hebben gemaakt: In de paniek...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Zal ik het recept dan maar verklappen? Het is eigenlijk heel eenvoudig. Ik zat laatst op een terras en zag verderop dat twee mannen (altijd mannen!) een wesp in een glas hadden opgesloten door middel van een bierviltje. De ene man, zo mogelijk nog lelijker en dommer dan de ander, schudde het glas tot de wesp zowat buiten westen was. Uiteindelijk liet de bediende (een vrouw uiteraard!) het arme beestje vrij. Toen dacht ik: ik draai de rollen in een verhaal eens om. Ik haat zulke mensen aan wie het aan iedere vorm van empathie ontbreekt, dus vandaar ook de wat plastische beschrijving van iemand die door een wesp in een glas heen en weer geschud wordt, tot de dood er op volgt! Wraak in literaire vorm.

    BeantwoordenVerwijderen