zondag 1 augustus 2010

Gevangen

Menig roman opent met een weloverwogen, raadselachtige zin die de lezer direct alert maakt of prikkelt tot doorlezen. Zo niet deze, welnee. Misschien leest nooit iemand deze tekst en waarom dan een geste maken naar de illusoire lezer en hem (of haar, natuurlijk!) uitnodigen tot verder lezen. Het leven van Rudolf Snaak interesseert de lezer geen zak, wat voor hem heel comfortabel is, omdat hij zich dan ongedwongen kan bewegen als protagonist in zijn eigen verhaal, zonder pottekijkers. Niemand die over zijn schouders meekijkt als hij zo een beetje door de stad slentert, de handen in de zakken van zijn jas, omdat het toch net iets kouder is dan verwacht, in zijn kraag gedoken zoals het een romanfiguur betaamt die op het sentiment van de lezer wil spelen. Zo loopt hij en niet anders. De stad, de exacte localisering van zijn omzwervingen, blijft in het vage gehuld, om de spanning erin te houden. De anonieme passanten die hem zonder op te zien voorbij lopen, zijn zich evenmin bewust van hun rol in het verhaal, ze slenteren als onwetende figuranten over het schelpenpad dat zich kaarsrecht onder het lover van de oude kastanjes uitstrekt, langs de kade die de rechthoekige vijver definieert, tegen het decor van bakstenen gebouwen, die opgetrokken zijn in een pseudo-representatieve neo-stijl. Alsof ze in de gauwigheid als kartonnen requisieten zijn opgetrokken om het begin van het verhaal van enige allure te voorzien. Maar de gebouwen die zich aan Rudolfs linker zijde in het stille, slechts door een paar traag voortzwemmende zwanen gerimpelde, grauw-groene water spiegelen, behoren tot de realiteit en hebben geen enkele relatie met het toneel of de literatuur. Net zo min als de hoofdpersoon van dit verhaal, die op een bankje plaats neemt, niet omdat het script dat van hem verlangt, maar omdat het zijn eigen vrije keuze is. O jee, daar dringen zich literaire associaties aan hem op: de donkere schaduwen van de kastanjetakken die zacht wiegen op het kabbelende water, traag voorbij schuifelende mensen, het zonlicht dat plots kitscherig opduikt. Er lijkt geen ontkomen: hij is gevangen in de metaforische wereld van het literaire!

1 opmerking:

  1. Mooi stuk! Er zit veel in waarover te filosoferen valt... Het geeft te denken over het o zo menselijke verlangen aandacht en bevestiging te krijgen. En het daarmee samenhangende (moderne?) fenomeen van de nodige zelfprofilering. Daar heeft men in de politiek en in de commercie geen moeite mee. Terwijl het bij veel ‘normale’ mensen al schort aan een basis: spanning en stress door o.a. een laag zelfbeeld. Wat de mens ook weer gevangen maakt in zichzelf… Afijn, dat gaat wellicht veel te ver, maar komt wel terug in mijn vervolgverhaal ‘Moord op het Binnenhof’. Overigens doet ook de situering (helemaal niet vaag ;-) me eraan denken. Wie weet mag ik deze Rudolf Snaak (leuke naam!) ook eens voorbij laten komen…

    BeantwoordenVerwijderen