donderdag 10 juni 2010

Intertekstualiteit in cartoon

Intertekstualiteit, is dat niet 'gewoon' een aantal bijbelse- of klassieke elementen of figuren en verhalen in je tekst verwerken, al dan niet in een nieuw jasje gestoken en verweven met elementen uit ons hedendaagse (of fictieve) leven? En doet haweecartoons dat niet gewoon ook?


                  De Woestijn



uit het blog van: haweecartoons
.

3 opmerkingen:

  1. Toevallig deed ik dat ook, onafhankelijk van dit bericht, in 00.30: 'ik draag een dampend hemelgewelf op mijn schouders', verwijst naar de mythologische figuur Atlas.
    Klassieke elementen kunnen zowel tekst als beeld versterken, maar moeten niet al te veel gebruikt worden. Dan krijg je iets diepfilosofisch dat zegt: kijk mij eens, hoe goed ik mijn klassieken ken!! En dat vind ik dan weer een beetje arrogant. Voorbeeld, Cees Nooteboom, boek Rituelen. Het verliest focus op de verhaallijn, doordat er zo veel klassieke e.d. uitwijdingen zijn.

    BeantwoordenVerwijderen
  2. Ha, die Nooteboom. Intertekstualiteit wordt ook wel gebruikt om gewichtig te doen denk ik.

    Ik heb ergens een aantal functies van intertekstualiteit in aantekeningen, nu te laat, maar zal ik nog opzoeken...

    BeantwoordenVerwijderen
  3. Het nadeel van verwijzingen naar klassieke werken vind ik dat veel mensen het niet kunnen plaatsen. Als je op school niets over mythologie of bijbel hebt geleerd, en thuis al helemaal niet, is die 'wereld van beelden' achter de woorden niet toegankelijk.
    Intertekstualiteit wordt op veel niveaus gebruikt (hervertelling, travestie, permuteren, terloops, subversief, structuur van oud verhaal) en in verschillende functies. Voorbeelden: koketterie, herkenning, vooruitwijzen (spanning opbouwen), bevestigen eigen kennis, traditie / universaliteit, onthullingen over structuren in ons leven, universele waarheden gebruiken/overbrengen etc.
    Het is nog niet zo eenvoudig om de functie van intertekstualiteit in sommige werken te duiden. Leuke puzzel vaak voor literatuurwetenschappers.
    Van Ostaijen gebruikte teksten van reclameborden in zijn gedichten, en de geluiden van de stad. Functie was hier waarschijnlijk een politieke (mimetisch: spiegeling van de wereld).
    Nijhoff haalt in Awater de Bijbel aan met permutatie. De functie is hier: afzetten tegen, een nieuw begin maken.
    Ik moet nu (ja nu, in plaats van bloggen en soggen!) studeren op de verschillende functies van intertekstualiteit in de geschiedenis van de Nederlandse literatuur. Interessante stof...

    BeantwoordenVerwijderen