Mijn blik is op oneindig gericht en staart naar een onzichtbaar iets aan het einde van de schamel verlichte gang. Tl-gezoem is het enige geluid. Mijn voetstappen zijn haast onhoorbaar, ik sluip, ben alleen zichtbaar maar toch niet.
Het moet verdomme maar eens afgelopen zijn. Ik wil eindelijk een diploma. Zodat ik verder kan met een nieuw begin.
Leven is iets heel anders dan geleefd worden. Leven is iets heel anders dan laten leven. Ik kan inschikken, aanpassen, of wegwezen. Maar ik laat me niet zomaar wegkrijgen, hoe ongelukkig ik me ook voel, daar is veel voor nodig. Ik wil hier iets afronden en niet voortijdig afkappen omwille van anderen - ik ben mijn eigen baas en mijn eigen toekomst.
Waar ben ik in vredesnaam terechtgekomen?
In het vizier van een voor de geest gehaalde gedaante zonder enige vaste stof waaruit hij bestaat houd ik mij staande. Hij is er puur in de vorm van een gedachte, de gedachte dat aan alles een eind komt, waarna er weer plaats is voor een nieuw begin - waar en van wat voor een aard dan ook.
Ook voor mij, want ik ben trots om mezelf te zijn, en trots om sterk genoeg te zijn om niet langer meer over me heen te laten lopen. Ik ben hier geen geliefd persoon, of geen gewone, geen normale, volgens hen, zij die me kennisloos beconcludeerd hebben. Hier ben ik de muzak onder de muziek.
Ze mogen horen, ze mogen eindelijk eens horen, nu ik opgegeven heb dat zij überhaupt luisteren. En kijken, puur kijken, want zij zien niks anders dan het etiquette en noemen dat geluk. Besparen zich de moeite om verder te denken dan dat.
Het leven is al lastig zat, ambitie zou lang niet altijd nodig zijn. Doelloos leven kan altijd, het lichaam gaat er niet dood van en echt geestverruimend zal het niet zijn, maar we krijgen er geen ziektes van.
Ik sla de hoek om en kom bij de lift. Hier hoor ik niets meer van het gedempte lachen waarvan ik geen deel kan uitmaken. Ik zou er niks van snappen, van etiquette humor, gedrag, voorwaarden, mores en altijd dat eeuwige iedereen moet zoals wij zijn of dan..
Het is donker buiten en het is al lang een zooitje op de borrel geworden met over de vloer gegleden pizza en tegen het plafond geplakte kaasslierten en in het stof van de banken gesmeerde tomatensaus en naar alcohol ruikende adem en van zweet doordrenkte overhemden. Ik zou het moeten opruimen maar kan me niet verantwoordelijk voelen voor kleuters in de lichamen van jonge volwassenen. Ver te zoeken volwassenheid, maar dat zullen ze vast niet denken.
Ik blijf mijn eigen baas.
'Wie denk jij wel dat je bent', had ze geschreeuwd, toen haar twee steunpilaren me zowaar uit de ruimte kwamen halen, en zij als kernfiguur zich op de vloer van het damestoilet had laten zakken en daar in een tomeloos schreien was uitgebarsten, 'met je kleine, kleine leventje.' Gevolgd door 'Jij regelt alles op een verkeerde manier, je bent veel te formeel, te serieus maar laconiek als het er op aankomt. Je bent te.. te.. te..' Gestotter, geen adempauze. 'Met of zonder jou maakt geen verschil en als het verschil maakt, is het zonder jou beter.'
Haar ogen waren in het toiletlicht blauw omrand van het te veel op zich willen nemen, alle taken naar zich toetrekken. De andere twee hielden haar vast - samen sterk, samen zwak.
De energie die ik zou gebruiken om alles zo quasi verkeerd te regelen, gebruikte ik na hun stortregen van verwijten om mij om te keren, en zonder nog enig commentaar de ruimte te verlaten. Kort daarna verstomde het geginnegap, geroezemoes, gegiebel in de borrelruimte voor een moment. Even werd een vaag deuntje hoorbaar. Even trad de muzak op de voorgrond, voordat zij geheel verdween door de openstaande deur.
Zij betraden de borrelruimte en het gelach ving weer aan - luider dan tevoren. Sterke verhalen maken sfeer.
Ik zat in de bestuurskamer met het licht uit en de luxaflex geopend. De paar straatlantaarns op het binnenplein wierpen schaduwen over alle rommel in de kamer, en ik liet me in de stoel achter de linker computer zakken. Totaal uitgeput, even radeloos. Ik liet de gedachten over me heen komen zonder ook maar een poging te doen om ze tegen te houden, evenals al die indrukken die ik had opgedaan. Ik liet ze maar even zonder te proberen ze te filteren.
In het schijnsel van de lantaarns zocht ik een tijd later mijn spullen bij elkaar die ik hier had achtergelaten.
Niemand was mij komen zoeken of halen, want het kan heel goed zonder mij daar. Dan maar een muzakje minder, ik ben geen sfeerzetter.
Ik deed de deur achter me op slot, sloop weg over de schamel verlichte gang. Gezoem van tl-buizen als enige muzak.
Ik sloop weg, lift naar beneden, trap naar buiten, omhuld door een veilige deken van nacht die alle geluiden deed verstommen.
De nacht omsluit me buiten, streelt me met een bries.
Dit fragment wordt deel van een groter geheel.
Alicekaren
zondag 6 juni 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Goed dat je niet te veel uitlegt, dan kan de lezer er zelf dingen bij denken.
BeantwoordenVerwijderenVerder vind ik 'beconcludeerd' een leuk woord.
Ha Simon,
BeantwoordenVerwijderenBedankt voor je reactie.
Schrijven leidt bij mij wel eens tot woorden die eigenlijk niet in het woordenboek te vinden zijn, maar die er toch in zouden moeten naar mijn mening.
'Beconcludeerd', 'Groepsnormfundamentalisme' e.d.
Groetjes, Alice
PS. Ik heb net ook een reactie bij jouw verhaal geplaatst.